Inleiding

Jaarlijks wordt door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid het Cybersecuritybeeld Nederland (CSBN) vastgesteld. Het CSBN biedt inzicht in de digitale dreiging en de belangen die daardoor kunnen worden aangetast. Op 28 juni 2021 is het CSBN 2021 uitgebracht en willen wij enkele punten voor ondernemend Nederland onder de aandacht brengen. Enerzijds om mee te werken aan bewustwording dat de weerbaarheid van organisaties tegen cybercrime niet voldoende is en anderzijds dat verbetering noodzakelijk is.
 

Alhoewel het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) positieve ontwikkelingen signaleert zoals toename van het gebruik van multi-factor authenticatie, het uitfaseren van een aantal onveilige technologieën, een verbetering van detectie en respons en een breed scala aan concrete initiatieven om de weerbaarheid van organisaties te verbeteren blijkt op basis van incidenten dat nog steeds niet of onvoldoende basismaatregelen zijn getroffen.

 

Bovenstaande ligt in lijn met wat wij als IT-auditors in de praktijk signaleren: we zien positieve ontwikkelingen op het gebied van beveiliging bij organisaties als gevolg van toename van bewustwording. Tegelijkertijd stellen wij ook vast dat organisaties nog een (soms flinke) verbetering moeten doorvoeren.
 

Wij vinden dat IT-auditors een belangrijke rol spelen in het verbeteren van de bewustwording van ondernemend Nederland om de digitale weerbaarheid te verbeteren. Aan de hand van deze korte samenvatting willen wij hieraan een bijdrage leveren binnen onze relaties en klanten. Wij hebben de aandachtspunten opgenomen waarvan wij denken dat deze van belang zouden kunnen zijn voor organisaties in ons netwerk en waar van toepassing citeren wij teksten uit het CSBN 2021.

 

Cybersecuritybeeld 2021

 

Stand van zaken – aandachtspunten

CSBN 2021 stelt dat de digitale en de fysieke wereld sterker verweven zijn geraakt en steeds minder goed van elkaar zijn te onderscheiden.  Er zijn amper nog processen zonder digitale component.

“Een cyberincident raakt digitale processen en wanneer die niet naar behoren werken, heeft dat effect op het functioneren van organisaties: digitale veiligheid blijft onlosmakelijk verbonden met de nationale veiligheid en kan leiden tot maatschappelijke ontwrichting.”

Zowel de digitale dreiging als de weerbaarheid blijft in ontwikkeling en governance /risicomanagement moeten zorgen voor een voldoende balans tussen digitale dreiging en weerbaarheid.
 

CSBN 2021 geeft aan dat als gevolg van COVID-19 de maatschappij verder is gedigitaliseerd waardoor commerciële, educatieve en sociale activiteiten dankzij ICT toch (deels) konden doorgaan met als gevolg dat de digitale ruimte belangrijker is geworden voor het functioneren van de maatschappij.

Het gevolg hiervan is dat het dreigingsbeeld is verschoven waarbij cybercriminelen gretig gebruik maken van het wereldwijde actuele thema COVID-19 om via dit thema onder andere gerichte phishing-mails te verzenden.
 

Bij cybercriminelen draait het om geld. Een aantal cybercriminele groepen beschikt over capaciteiten die niet onder doen voor het niveau van statelijke actoren. Zo is ransomware geïdentificeerd als een verschijnsel dat grote maatschappelijke impact kan hebben. Het kent bovendien een solide verdien-model en is onderdeel van een omvangrijke, volwassen geworden cybercriminele economie.

Ransomware is onderdeel van een breder proces waarbij verschillende stappen worden onderscheiden:

Cybercriminelen nemen de tijd om netwerken van slachtoffers binnen te komen, uit te zoeken op welke wijze ze maximale ontwrichting van processen kunnen bereiken en wat een “geschikt” (want reëel) bedrag aan te eisen losgeld is. Ze brengen vaak langere tijd ongezien in een netwerk door. Door ook back-ups van systemen onbruikbaar te maken, vergroten ze de impact van de aanval en kunnen ze meer losgeld eisen.

De slachtoffers van deze veelal ongerichte aanvallen zijn over het algemeen kleine tot middelgrote bedrijven en in toenemende mate publieke instellingen. Dit zijn slachtoffers met doorgaans een lage tot beperkte weerbaarheid, waarin relatief weinig tijd en moeite hoeft te worden gestoken door de aanvaller. In het uiterste geval is de schade aan systemen zo ernstig, dat herstel niet mogelijk is. Dan rest alleen nog het opnieuw opbouwen van systemen en soms zelf het vergaren van verloren data!

Uit de incidenten van afgelopen jaar blijkt dat basismaatregelen nog te vaak of onvoldoende getroffen worden. Cybercriminelen maken snel misbruik van kwetsbaarheden in hard- en software en doen dat gedurende lange tijd. Hierbij wordt aanhoudend succesvol misbruik gemaakt van bekende kwetsbaarheden.

Verschillende incidenten zijn illustratief voor de structurele kloof tussen bekendwording van kritieke kwetsbaarheden en het (later) uitvoeren van beveiligingsupdates.

De rol van culturele instellingen en het MKB

Culturele instellingen en organisaties in het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) beschikken veelal niet over de expertise en de middelen om de weerbaarheid naar een hoger plan te tillen. Toch kunnen ook deze organisaties het doelwit zijn van geavanceerde actoren. Daarnaast kunnen kwetsbare organisaties deel uitmaken van de leveranciersketens van vitale processen. Tegelijkertijd neemt de afhankelijkheid van ICT-dienstverleners toe terwijl zij de basisbeveiliging niet altijd voldoende op orde hebben en het vaak niet duidelijk is wie verantwoordelijk is voor bijvoorbeeld updates en back-ups. Daardoor zijn digitale processen kwetsbaar voor allerlei vormen van misbruik en vrezen exports dat de verschillen in het niveau van weerbaarheid de komende jaren verder zullen toenemen.

Culturele instellingen en het MKB zijn een essentieel onderdeel van ondernemend Nederland en daarom is het van vitaal belang om de basisbeveiliging te verbeteren.
 

Risicomanagement instrumenteel voor verhogen weerbaarheid

Uit het CSBN blijkt dat organisaties die basisbeveiliging op orde hebben en die er beter voor lijken te staan zich ook hebben gericht op een risicogebaseerde manier van werken. Hiervoor is een aantal breed toepasbare basisprincipes beschikbaar die ook door kleinere organisaties toegepast kunnen worden.

Het CSBN verwijst voor een overzicht van basismaatregelen naar de “Handreiking Cybersecurity-maatregelen” van het NCSC. Deze zijn wel belangrijk maar niet afdoende. Zij zorgen voor een minimum-niveau maar dienen aangevuld te worden om te anticiperen op geavanceerdere aanvallers en complexere problemen. Hiervoor is het toepassen van risicomanagement essentieel. Het CSBN geeft hierbij aan dat elke onderneming vrij is een eigen aanpak voor risicomanagement vorm te geven maar adviseert de volgende fundamentele principes te volgen:

 

  • Weerbaarheid is een teamprestatie (en niet een aangelegenheid voor de ICT-afdeling).
  • Scenario’s maken risico’s abstract. In hoofdstuk 8 van het CSBN zijn dreigingsscenario’s opgenomen.
  • Geld en uptime zijn universele maatstaven: deze interpretaties vereenvoudigen het vergelijken van scenario’s.
  • Testen legt problemen bloot: papier is mooi maar werkt het ook?
  • Er kan van elkaar geleerd worden, ga in overleg met andere organisaties en deel ervaringen.

Bestuurders dienen te sturen op beheersing van risico’s om te zorgen voor een adequate weerbaarheid tegen cybercriminelen.
 

Cyberweerbaarheid en de rol van de IT-auditor
 

IT-auditors vervullen een belangrijke rol om de bewustwording van een adequate beveiliging tegen cybercrime bij ondernemend Nederland te verbeteren. Zij kunnen dienen als een belangrijke partner voor de ondernemer door bijvoorbeeld vanuit een onafhankelijke rol de beveiliging door te lichten en ondernemers bewust te maken van het belang van een goede beveiliging: zowel voor hun zelf maar ook voor de maatschappij.

 

De IT-auditors van Soll-IT kunnen u uiteraard hierin ondersteunen door:

  • de spreekwoordelijke thermometer in uw onderneming te steken en vast te stellen welke  risico’s aanwezig zijn en welke acties vereist en/of gewenst zijn;
  • aan de hand van onze rapportage handvatten geven voor u om acties uit te gaan zetten en de beveiliging te verbeteren; en
  • na verbetering periodiek onze IT-auditor inzetten om te waarborgen dat uw beveiliging onder de aandacht is én blijft!

 

Vragen / hulp nodig?

Neemt u dan contact op met ons.

 

Dit artikel is uitgebracht in samenwerking met de IT-auditors van Soll-IT, onze partner op het gebied van IT-auditing.

De coronapandemie kan gevolgen hebben voor de kwaliteit van financiële processen en voor een tijdige afronding van de jaarrekening. Voor accountants leiden de controle op afstand en tussentijdse aanpassingen in de risicoanalyse tot extra werk. Ook is de accountant extra tijd kwijt aan het afgeven van NOW-verklaringen.

 

Continuïteit

Wat is het toekomstperspectief van de onderneming en kan deze uit de crisis komen? Wat betekenen onzekere toekomstperspectieven voor de waardering van goodwill, belastinglatenties en andere activa die mede afhankelijk zijn van te verwachten economische voordelen? Worden de risico’s transparant toegelicht in de jaarrekening? Wordt de impact van ontvangen steunmaatregelen op de cashflows en het resultaat transparant weergegeven van bijvoorbeeld verkregen uitstel van belastingen, de NOW- of Tozo-regeling? Voldoet de verkregen steun aan wet- en regelgeving? Zijn er in specifieke gevallen ook positieve effecten van de pandemie?

 

De antwoorden op deze vragen hebben directe gevolgen voor accountants die, afhankelijk van hun rol, de continuïteits- en waarderingsrisico’s moeten bepalen of beoordelen.

 

Processen

De pandemie kan ook impact hebben op de processen binnen organisaties. Soms is een deel van de activiteiten afgebouwd, of zijn nieuwe activiteiten gestart waarbij de interne beheersing nog niet optimaal is ingeregeld. Er zijn risico’s van het werken op afstand. Dat geldt voor organisaties zelf, het toezicht daarop en voor het werk van accountants. Bij organisaties kunnen deze risico’s impact hebben op de interne beheersomgeving, die niet of anders heeft gefunctioneerd dan voorheen. Dat kan leiden tot een grotere kans op fraude.

 

Accountantswerk

Ook voor accountants die betrokken zijn bij de controle of het samenstellen van verantwoordingsinformatie en die dit op afstand moeten doen, is de situatie onwennig. Zij moeten extra alert zijn op gewijzigde risico’s en fraudesignalen. Concrete problemen kunnen zich voordoen bij inventarisaties en controle van buitenlandse groepsonderdelen, die niet bezocht kunnen worden. De meeste fysieke ontmoetingen zijn noodgedwongen vervangen door digitale. Dit vermindert de ‘smell of the place’. Dit wil niet zeggen dat de accountant per definitie niet kan komen tot een goede samenstelling of een goedkeurende controleverklaring. Het kan echter wel relevant zijn om in de verklaring bij de uitgevoerde werkzaamheden toe te lichten dat gekozen is voor een andere aanpak, waarbij de accountant wel voldoende zekerheid heeft gekregen voor de controle, of heeft kunnen doen wat hij of zij nodig achtte in het kader van het samenstellen van de jaarrekening.

 

Tijdigheid

De bovenstaande factoren kunnen gevolgen hebben voor de kwaliteit van de financiële processen, maar ook de tijdige afronding van de jaarrekening. Voor accountants leiden de controle op afstand en tussentijdse aanpassingen in de risico-analyse tot extra werk. Dat komt ook door mogelijke NOW-verklaringen die moeten worden afgegeven. Belangrijk is dat de betrokken partijen de aandacht besteden die nodig is en zich niet laten opjagen door tijdsdruk. Zorgvuldigheid is in dit kader belangrijker dan snelheid, benadrukt de Koninklijke Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA). De timing van de jaarrekening kan dus vertraging oplopen ten opzichte van de gecommuniceerde publicatiedata.

Een introductie met betrekking tot thuiswerken is in deze tijd overbodig. 2020

heeft het fenomeen thuiswerken namelijk in sneltreinvaart genormaliseerd voor

werkend Nederland. Nu de coronacrisis langer voortduurt en we een weg vinden

in deze manier van werken, worden de voordelen van thuiswerken ook steeds

duidelijker. Heb jij al nagedacht over je (toekomstige) thuiswerkbeleid? En

speelt een thuiswerkvergoeding daarin een rol? Lees dan verder om te ontdekken

wat mogelijk is op dit gebied.

 

Kosten voor de medewerker

Er zijn verschillende kosten die je medewerkers niet maken op kantoor maar wel

zodra ze thuiswerken. Deze kosten zijn te verdelen onder twee posten:

  • Kosten voor het creëren van een (Arbo-verantwoorde) werkplek
  • Het dagelijkse onderhoud

 

Het Nibud heeft uitgerekend dat de kosten voor het dagelijks onderhoud

gemiddeld op zo’n €2 per dag uitkomen. Dat lijkt op het eerste oog misschien

weinig maar kan per jaar oplopen tot wel €440. Deze kosten kun je onderbrengen

in de vrije ruimte van WKR, waarover je hieronder meer leest.

 

De Belastingdienst

Binnen de werkkostenregeling (WKR) heb je een vrije ruimte voor het uitkeren van

onbelaste vergoedingen, verstrekkingen en terbeschikkingstellingen. Normaal

gesproken mag je 1,7% van de totale fiscale loonsom (tot maximaal €400.000)

gebruiken voor onbelaste vergoedingen en verstrekkingen, maar dat is in april

2020 verhoogd naar 3%. Dit is gedaan met oog op de coronacrisis. Dit

geldt alleen voor het jaar 2020 en alleen voor de eerste €400.000. Daarboven

moet je rekening houden met een percentage van maximaal 1,2%. Per 2021

wordt het percentage van 1,2% verlaagd naar 1,18%.

 

Een verantwoorde thuiswerkplek

Een goede werkplek is relatief, een verantwoorde werkplek is dat niet. De Arbo

stelt namelijk allerlei regels en richtlijnen om een plek veilig en verantwoord te

laten zijn. De belangrijkste voorschriften voor het thuiswerken zijn:

  • De medewerker heeft een verstelbare stoel die zo in te stellen is dat de juiste werkhouding ontstaat.
  • Er is voldoende (kunstmatig) licht in de ruimte aanwezig, het contrast tussen het beeldscherm en de ruimte is hierbij ook belangrijk. 
  • Het beeldscherm dat gebruikt wordt staat op ooghoogte en is helder genoeg.
  • Er wordt gebruik gemaakt van een los toetsenbord en muis, daarbij is er genoeg plek voor de armen op tafel.
  • De werkplek is groot genoeg voor de opstelling van het beeldscherm en toetsenbord en er is daarnaast nog plek voor o.a. documenten.

 

De medewerker is verantwoordelijk voor het goed inrichten van de ruimte, maar de werkgever is verantwoordelijk in het voorzien van de faciliteiten. De werkgever dient een arbo beleid op te stellen. Het verstrekken van Arbovoorzieningen is vrijgesteld, en mag dus, als:

  • De artikelen aan de Arbo-voorwaarden voldoen  
  • De artikelen in de werkruimte gebruikt worden
  • Er geen eigen bijdrage gedaan wordt door de medewerker
  • Als de werkruimte verder aan bovengenoemde eisen voldoet

 

Het dagelijkse onderhoud

Als de werkplek is ingericht, zijn nog niet alle kosten gemaakt. Ook het dagelijkse

onderhoud brengt kosten met zich mee. Normaal gesproken betaal jij deze voor

je werknemer: warmte (of airco) en licht in het kantoor, een lekker kopje koffie en

het gebruik van water en toiletpapier. Deze kosten vallen onder de

nihilwaardering. Deze kosten maak jij voor de medewerker, zonder dat hij of zij

hier belasting over hoeft te betalen. Thuis zit dit natuurlijk anders en moet je

medewerker hier zelf voor zorgen. We hebben een aantal mogelijke kostenposten

uitgelicht.

 

 

  • Internet

Normaal gesproken maakt je medewerker natuurlijk gebruik van de

internetverbinding op het kantoor. Bij het thuiswerken moet gebruik worden

gemaakt van een eigen internetabonnement. Is die niet aanwezig? Dan kun je dit

vergoeden. Ook kan het zo zijn dat het huidige internetabonnement te zwak is en

er een upgrade nodig is om een werkbare snelheid te krijgen. Deze kosten kunnen

ook onder de gerichte vrijstellingen vallen. Let hierbij wel op dat je alleen het

internet abonnement mag vergoeden. Zit er ook televisie en telefonie in het

pakket? Dan mag je dus alleen de internetkosten betalen. Hierbij kun je uitgaan

van de kosten die de provider rekent voor een internetabonnement.

 

  • Computer, laptop of telefoon

Om op het internet te komen is er natuurlijk ook een device nodig die dit mogelijk

maakt. Heeft de medewerker op kantoor een vaste pc ter beschikking? Dan moet

jij ervoor zorgen dat de medewerker deze thuis kan gebruiken. Is dit niet

mogelijk? Dan mag er een computer of laptop en bijvoorbeeld ook een mobiele

telefoon vergoed worden. Hierbij moet rekening gehouden worden met het

noodzakelijkheidscriterium:

  • Naar het redelijk oordeel kan een medewerker zijn werk niet goed uitvoeren zonder dit hulpmiddel.
  • Je betaalt dit hulpmiddel, of een vergoeding voor dit hulpmiddel, en je rekent deze kosten niet door aan je medewerker.
  • Je medewerker moet dit hulpmiddel, of (een deel van) de vergoeding, aan je teruggeven wanneer hij of zij het hulpmiddel niet meer nodig heeft voor het werk. Een andere optie zou zijn dat de medewerker de restwaarde van dit hulpmiddel aan je terug betaald.
  • Moet voor iedere werknemer open staan.

 

Je kunt hierbij natuurlijk ook andere apparatuur uitlenen (zoals laptops die in je

bedrijf aanwezig zijn) om thuis te gebruiken. Hiervoor hoef je de verstrekkingen

alleen goed voor jezelf bij te houden.

 

  • Dagelijks onderhoud

Waar je medewerker normaal gesproken de hele dag van huis is, is dat nu niet zo.

Dat gaat hij of zij merken aan de energie- en waterrekening, maar ook aan de

koppen koffie die nu voor eigen rekening zijn.

Het is niet gewoonlijk om hiervoor een vergoeding uit te keren en dit is wettelijk

gezien ook lastig. Dit kan alleen wanneer de medewerker een aparte werkruimte

heeft in een zelfstandig gedeelte van de woning. Hiermee bedoelen we een

ruimte met bijvoorbeeld eigen sanitaire voorzieningen of een eigen ingang.

Hierbij moet ook een huurovereenkomst aanwezig zijn zodat duidelijk is dat de

ruimte niet ook voor andere doeleinden gebruikt en verhuurd wordt. Dit kan dus

alleen in zeldzame gevallen.

 

Verstrekkingen doen in de vrije ruimte

Wil je verstrekkingen doen die passen binnen de vrije ruimte? Markeer ze dan als

eindheffingsloon. Hierdoor hoeft de medewerker geen loonbelasting te betalen

over dit bedrag. Let wel heel goed op de grens zoals eerder genoemd bij ‘Belastingdienst’.

Ga je hier overheen? Dan moet hier maar liefst 80% belasting over betaald worden, en dat wil je natuurlijk voorkomen. (Ondanks dat deze eindheffing bij de werkgever aftrekbaar is.)

 

 

Tot slot:

Samenvatting van thuiswerkvergoedingen/voorzieningen aan de werknemer:

  • Arbo-voorzieningen = onbelast te verstrekken. Mits de genoemde voorwaarden
  • Telefoonvergoeding = onbelaste vergoeding bij noodzakelijkheidscriterium
  • Internetvergoeding = onbelaste vergoeding bij noodzakelijkheidscriterium

Thuiswerkvergoeding voor koffie / verwarming etc = Als belaste onkostenvergoeding uitkeren. Of als onbelaste onkostenvergoeding uitkeren en betrekken in de vrije ruimte van de WKR.

Nog altijd leven er veel vragen, over wat het verloop van de corona-epidemie de komende tijd gaat betekenen voor Nederland, en daarmee ook voor de culturele en creatieve sector.

In het belang van de volksgezondheid zijn ingrijpende maatregelen getroffen, die grote effecten hebben op de culturele en creatieve sector en de werkenden in de sector. Voorstellingen en concerten worden afgelast, bioscopen en musea gesloten. Dit is zowel voor de sector als voor het publiek, een groot gemis. Juist nu, in tijden waarin de troost en afleiding die kunst en cultuur aan velen biedt, zo hard nodig is. 

De gevolgen van COVID-19 worden in de gehele culturele en creatieve sector gevoeld en er leven brede zorgen. Desondanks zien we online veel creatieve oplossingen verschijnen om het publiek toch te blijven bedienen met kunst en cultuur. Dat is geweldig om te zien en een compliment aan iedereen die in beide sectoren werkzaam is. 

Corona-cultuurbulletin

Met deze mail willen wij u de komende tijd informeren over actuele ontwikkelingen – bijvoorbeeld over verdere maatregelen die specifiek voor de cultuursector en creatieve sector worden getroffen. U kunt deze mail vervolgens ook gebruiken om uw achterban te informeren. Daarbij kunt u uiteraard ook verwijzen naar de Veelgestelde vragen en antwoorden over de gevolgen voor de culturele en creatieve sector op de site van de Rijksoverheid.

 

In deze eerste mail vindt u informatie over:

  • Stand van zaken steunpakket en sectorspecifieke maatregelen
  • Coulance maatregelen voor BIS-instellingen en BIS-aanvragers

 

Stand van zaken steunpakket en sectorspecifieke maatregelen

Afgelopen week voerde minister Van Engelshoven verschillende overleggen met vertegenwoordigers van de cultuursector en de creatieve industrie over de impact van het Coronavirus op die sectoren en de gevolgen voor mensen die werken in de culturele en creatieve sector.

Het kabinet heeft voor alle ZZP-ers en voor alle ondernemers in Nederland een stevig pakket aan generieke financiële maatregelen voor banen en economie genomen. Dit pakket is ook toegankelijk voor werkenden in de culturele en creatieve sector. 

Naast dit pakket aan generieke maatregelen treft het ministerie een aantal specifieke maatregelen voor BIS-instellingen (zie coulance maatregelen) en de instellingen die ondersteund worden door de publieke cultuurfondsen. 

Daarnaast zijn wij met de betrokken partijen in gesprek of er naast bovengenoemde maatregelen nog andere acties nodig zijn. We maken daarbij een onderscheid in korte-, middellange- en lange termijn. 

Maatregelen voor de korte termijn bespreekt minister Van Engelshoven begin volgende week met de betrokken cultuurpartners. Daarbij schuiven de volgende vertegenwoordigers aan:

  • Namens de sector: Jan Zoet en Marianne Versteegh.
  • Namens de rijkscultuurfondsen: Tiziano Perez
  • Namens de gemeenten: Touria Meliani (wethouder cultuur Amsterdam) en Sjoerd Feitsma (wethouder cultuur Leeuwarden)
  • Namens de provincies: Michiel Rijsberman (gedeputeerde cultuur namens IPO). 

Coulance maatregelen voor BIS-instellingen en BIS-aanvragers

Hieronder treft u de maatregelen aan voor instellingen die subsidie ontvangen in het kader van de culturele basisinfrastructuur (BIS) 2017-2020 of de Erfgoedwet. De laatste maatregel is ook relevant voor aanvragers voor subsidie binnen de culturele basisinfrastructuur 2021-2024. 

  1. Prestatie-eisen en subsidievaststelling

Wij kunnen ons voorstellen dat u als gevolg van de maatregelen rondom COVID-19 niet kunt voldoen aan de aan uw subsidie verbonden prestatie-eisen. Dit heeft geen consequenties voor de hoogte van uw subsidie. Bij vaststelling wordt subsidie niet teruggevorderd als prestatie-eisen niet worden gehaald als gevolg van maatregelen rond COVID-19. 

  1. Inzetten opgebouwde reserves

Vanaf 2019 zijn voor BIS-instellingen de voorschriften over het bestemmingsfonds OCW afgeschaft. Instellingen die subsidie ontvangen binnen de culturele basisinfrastructuur 2017-2020 mogen de met subsidie opgebouwde reserves inzetten om aan hun lopende financiële verplichtingen te voldoen. Zij hoeven daardoor geen bestemmingsfonds OCW meer aan te houden. De reserves die zij daarin al hadden opgebouwd evenals toekomstige positieve resultaten mogen naar de algemene reserve en zijn vanuit daar vrij inzetbaar voor de kernactiviteiten van de instelling. 

  1. Bevoorschotting subsidie 2020

De maatregelen die door het kabinet zijn getroffen in de strijd tegen COVID-19, kunnen culturele instellingen in liquiditeitsproblemen brengen. Om de impact daarvan op korte termijn te verminderen, wil de minister van OCW de bevoorschotting van de BIS-subsidies vervroegen. Dit geldt tevens voor de subsidies die musea op basis van de Erfgoedwet ontvangen voor huisvesting en beheer en onderhoud van collecties.

Concreet betekent dit dat de voorschotten die instellingen begin juli 2020 zouden ontvangen, in de loop van april al zullen worden uitbetaald. We verzoeken u, als u NIET wilt dat de bevoorschotting wordt vervroegd, dit uiterlijk dinsdag 24 maart te melden met een e-mail aan info@cultuursubsidie.nl 

  1. De voorschriften voor het indienen van de jaarverantwoording 2019 worden versoepeld

In de huidige situatie is het voor veel instellingen lastig om te voldoen aan het tijdig (vóór 1 april 2020) indienen van de jaarverantwoordingsstukken over 2019. 

A) Daarom heeft OCW besloten om de deadline voor indiening van de jaarverantwoordingsstukken over 2019 te verzetten naar 1 juni 2020. Dit geldt voor instellingen die in de periode 2017-2020 meerjarige subsidie ontvangen binnen de culturele infrastructuur. Deze nieuwe deadline geldt ook voor de indiening van stukken voor de Erfgoedwetsubsidie én eventuele projectsubsidies die u via de jaarverantwoording over 2019 had willen laten verantwoorden. 

B) Bij de indiening van de jaarverantwoording over 2019 wordt geen toepassing gegeven aan de Beleidsregel verlaging cultuursubsidies. Dat wil zeggen dat subsidie niet wordt verlaagd, wanneer de jaarverantwoording om goede redenen later dan 1 juni wordt ingediend. 

C) Alle instellingen die een aanvraag hebben ingediend voor BIS-subsidie 2021-2024 worden vrijgesteld om in het kader van hun aanvraag de jaarcijfers 2019 na te zenden. Voor wat betreft de financiële basis van de aanvragers zal de Raad voor Cultuur zich bij zijn advisering voor 2021-2024 dus baseren op de gegevens uit 2017 en 2018. 

Overig

Wij proberen alle informatie zoveel mogelijk te bundelen en beschikbaar te stellen via Q&A’s op https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/coronavirus-covid-19/cultuur en op www.cultuursubsidie.nl. Deze worden continu geactualiseerd met informatie voor zowel het brede publiek, als het culturele veld. 

De aanpak van deze crisis vraagt ook van het ministerie van OCW op dit moment veel inzet en soms ook improvisatie bij het vinden van oplossingen. Schroom daarom niet om ons te benaderen bij vragen, of voor feedback. Dat kan via de bekende contactpersonen en kanalen.

 

Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

 

Corona: welke maatregelen kunnen uw bedrijf helpen?

 

Veel ondernemers hebben vragen over de gevolgen van het coronavirus. Welke steunmaatregelen zijn er waarop u zich kunt beroepen nu het virus de economie forse schade toebrengt? We hebben deze maatregelen voor u op een rij gezet. Bel ons vooral in deze uiterst onzekere tijden!

 

  1. Uitstel van betalen belasting
  2. Aanpassen voorlopige aanslag
  3. Werktijdverkorting
  4. Regeling zzp’ers
  5. Verruiming BMKB
  6. Verplicht opnemen vakantie

 

 

  1. Hoe kunt u uitstel van belastingbetaling aanvragen?

     

    Door het coronavirus zien veel bedrijven hun omzet en winst teruglopen, terwijl de kosten en uitgaven gewoon doorgaan. Deze ondernemers kunnen bij de Belastingdienst vragen om uitstel van betaling van de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, omzetbelasting en loonbelasting.

     

    Schriftelijk onderbouwen

    Het verzoek moet schriftelijk worden onderbouwd. Bij toekenning zet de Belastingdienst vervolgens de invordering stop. Omdat de verzoeken per geval moeten worden beoordeeld, kunnen de behandeltijden van de Belastingdienst oplopen.

     

    Verzuimboetes

    Daarnaast zal de fiscus de zogenoemde verzuimboetes, voor het niet of niet op tijd betalen van belastingen, schrappen of terugdraaien. Dat geldt bijvoorbeeld als de btw te laat wordt betaald.

     

    Let op!

    U moet binnen twee weken na het aanvragen van uitstel een verklaring van een derde deskundige opsturen. Dit is bijvoorbeeld uw eigen accountant, een externe consultant, een externe financier, een brancheorganisatie of een financieel adviseur.

     

    Uit die verklaring moet duidelijk worden dat er sprake is van bestaande betalingsproblemen die van tijdelijke aard zijn als gevolg van het coronavirus en dat uw onderneming levensvatbaar is.

     

     

  2. Pas uw voorlopige aanslag aan!

     

    Ondernemers, onder wie ook zzp’ers, hebben in januari hun voorlopige aanslag inkomstenbelasting ontvangen. De winst is hierbij geschat, op basis van ervaringscijfers uit het verleden. Valt uw winst dit jaar door het coronavirus of vanwege andere oorzaken lager uit, dan kunt u uw voorlopige aanslag aanpassen.

     

    Indienen

    U doet dit digitaal via Mijn Belastingdienst. U krijgt meestal binnen vier, maar uiterlijk binnen acht weken bericht. Dit betekent dat u vanaf eind april of eind mei minder belasting hoeft af te dragen.

     

    Let op!

    Heeft u na afloop van het jaar te veel of te weinig belasting betaald, dan wordt dit verrekend met de definitieve aanslag.

     

    Vennootschapsbelasting

    Ondernemers met een bv kunnen eveneens de voorlopige aanslag vennootschapsbelasting voor dit jaar aanpassen. U doet dit via het nieuwe ondernemersportaal Mijn Belastingdienst Zakelijk. U moet hier inloggen via eHerkenning.

     

    Voorlopige aanslag inkomstenbelasting dga

    Is het verdedigbaar dat u dit jaar een lager gebruikelijk loon aan uw bv onttrekt vanwege de gevolgen van het coronavirus voor uw bv? Dan kunt u als dga uw voorlopige aanslag inkomstenbelasting aanpassen en hierbij rekening houden met een lager gebruikelijk loon.

     

    Let op!

    Overleg bij twijfel met ons in hoeverre dit mogelijk is, want een incidenteel verlies vanwege het coronavirus is hiervoor in de regel onvoldoende.

     

     

  3. Wat zijn de voorwaarden voor werktijdverkorting?

     

    Het loopt momenteel storm waar het gaat om aanvragen voor tijdelijke werktijdverkorting, uiteraard als gevolg van de coronacrisis. Een toegekend verzoek om werktijdverkorting geeft de werkgever het recht om de werktijd van de werknemer te bekorten met minimaal 20%. De werktijd kan zelfs terug worden gebracht naar nul uren.

     

    Verzoek digitaal

    Een verzoek om werktijdverkorting moet digitaal worden gedaan aan het ministerie van SZW. Een vergunning wordt verleend voor een periode van zes weken. Daarna kan deze periode nog drie keer worden verlengd tot in totaal vierentwintig weken. Hierna kan niet meer worden gesproken van een tijdelijke situatie.

     

    Werktijdverkorting en WW

    Het UWV vergoedt achteraf de uren die een werknemer niet gewerkt heeft. Het is van belang deze uren goed bij te houden. Voor de uren dat er niet gewerkt kan worden, ontvangt de werknemer in beginsel een WW-uitkering. Daarvoor geldt wel dat hij aan de wekeneis moet voldoen. Deze eis houdt in dat de werknemer in de 36 weken voorafgaand aan de eerste werkloosheidsdag – de eerste dag waarop de werktijdverkorting geldt – minimaal in 26 weken heeft gewerkt.

     

    Hoogte WW-uitkering

    De WW-uitkering bedraagt de eerste twee maanden 75% en daarna 70% van het (gemaximeerde) dagloon. De werknemer maakt dus gebruik van zijn opgebouwde WW-rechten. Gedurende de eerste zes weken hoeft hij niet beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt.

     

    Moet u de WW-uitkering aanvullen?

    De vraag die speelt, is of de werkgever gehouden is de WW-uitkering van de werknemer aan te vullen. Het antwoord luidt dat dit in beginsel niet hoeft. In artikel 5 van de Regeling onwerkbaar weer die vanaf 1 januari jl. is ingevoerd, is namelijk bepaald dat de loondoorbetalingsplicht van de werkgever vervalt, indien toestemming tot werktijdverkorting wordt verkregen. Wordt het verzoek tot werktijdverkorting gehonoreerd, dan geldt dus dat er geen loon hoeft te worden uitbetaald.

     

    Tenzij anders is afgesproken

    Dit is alleen anders indien hierover in een eventueel toepasselijke cao of in een individuele arbeidsovereenkomst iets anders is geregeld. Uiteraard kan de werkgever op grond van het goed werkgeverschap besluiten de WW-uitkering aan te vullen tot 100% van het overeengekomen loon. Niet iedere werkgever zal hiertoe echter financieel gezien in staat zijn.

     

  4. Wat is er geregeld voor de zzp’er?

     

    Zzp’ers kunnen, omdat zij geen personeel in dienst hebben, geen beroep doen op de regeling voor werktijdverkorting. Zzp’ers die door de uitbraak van het coronavirus in de problemen komen, kunnen wel een beroep doen op het Bbz (Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004) wanneer zij aan de voorwaarden voor deze regeling voldoen. Het Bbz wordt uitgevoerd door gemeenten. Zzp’ers die een beroep willen doen op het Bbz, dienen zich te wenden tot de gemeente waar zij staan ingeschreven.

     

    Periodieke lening

    U kunt in aanmerking komen voor een periodieke uitkering en/of bedrijfskapitaal. In principe is de periodieke uitkering een lening. U betaalt hierover geen rente. De gemeente bekijkt achteraf of uw bedrijf voldoende winstgevend is en of u de uitkering geheel of gedeeltelijk terug moet betalen.

     

    Voorwaarden

    Voor de Bbz gelden voorwaarden. Zo moet uw bedrijf levensvatbaar zijn en dus voldoende inkomen opleveren om van te kunnen bestaan. Ook moet u minstens 1.225 uur per jaar in uw bedrijf werkzaam zijn en geen hulp kunnen krijgen via een bank of borgstellingsfonds.

     

    Duur van de Bbz-uitkering

    U kunt de uitkering maximaal 12 maanden krijgen. In sommige gevallen kan de gemeente besluiten de uitkering met maximaal 24 maanden te verlengen.

     

    Eigen vermogen en Bbz

    Ligt uw vermogen boven € 195.497, dan kan de gemeente de bijstand slechts verstrekken in de vorm van een lening. Bedrijfsvermogen wordt hiervoor buiten beschouwing gelaten.

     

    Bedrijfskapitaal Bbz

    Heeft u tijdelijk financiële problemen die het voortbestaan van uw bedrijf bedreigen, dan kunt u misschien in aanmerking komen voor bedrijfskapitaal. Dit is een lening of een gift, mede afhankelijk van uw vermogen.

     

    Let op!

    Het kabinet zou volgens de NOS van plan zijn de Bbz-regeling op korte termijn te versoepelen vanwege het coronavirus. Dit zou betekenen dat het inkomen van de partner geen of minder invloed zou hebben op de te verstrekken bijstand en dat men over meer vermogen mag beschikken en toch voor de regeling in aanmerking kan komen. Ook zou de uitvoering versneld moeten worden, aangezien het nu wel dertien weken kan duren alvorens een aanvraag wordt goedgekeurd en resulteert in het verstrekken van ondersteuning.

     

     

  5. Verruiming borgstelling midden- en kleinbedrijf (BMKB)-regeling

     

    Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat staat via de BMKB-regeling borg voor kredieten aan ondernemers, zodat zij makkelijker geld kunnen lenen. Ondernemers kunnen hiervoor terecht bij kredietverstrekkers, in de regel hun eigen bank.

     

    In de reguliere regeling betreft het borgstellingskrediet 50% van het krediet dat de bank verstrekt, voor een periode van één jaar. De borg van de overheid bedraagt 90% van dit borgstellingskrediet.

     

    Verhoogd

    De omvang van het borgstellingskrediet in de BMKB-regeling is vanwege het coronavirus verhoogd van 50 naar 75%. Daardoor kunnen banken makkelijker en sneller krediet verruimen, lopen ze hierbij minder risico en hebben bedrijven dus de mogelijkheid om eerder en meer geld te lenen.

     

    Uitbreiding type krediet

    Bovendien zal de regeling ook toepasbaar zijn op overbruggingskredieten en rekening-courantkredieten met een looptijd tot twee jaar.

     

    Let op!

    U hoeft geen aparte aanvraag voor de BMKB-regeling in te dienen. U regelt dit via uw bank.

     

     

  6. Verplicht vakantie opnemen?

 

De werkgever kan werknemers voor wie hij geen werk heeft niet verplichten vakantiedagen op te nemen. Uiteraard kan hij dit wel aan de werknemer vragen.

 

Heeft u vragen? Bel ons

VNO-NCW en MKB-Nederland hebben samen met de Kamer van Koophandel een loket geopend voor ondernemers met vragen. Zie kvk.nl. Heeft u na het lezen van deze nieuwsbrief nog vragen, neem dan vooral contact met ons op.